De zorg voor kinderen
De plaatsing van een kind op school
Na het bereiken van de vierjarige leeftijd mag uw kind vanaf de eerste maandag van de maand, die volgt op de maand van de verjaardag, naar school. Dit vindt plaats op vier morgens, te weten: maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmorgen.
Degenen die in de zomervakantie of in de eerste week van het nieuwe cursusjaar vier jaar worden, mogen direct hele dagen beginnen.
Leerlingen die voor 1 oktober vier jaar worden, mogen maximaal tien dagdelen de lessen bijwonen. Als uw kind tussen de laatste volle maand voor de zomervakantie en het einde van de zomervakantie 4 jaar wordt, mag uw kind voor de zomervakantie twee dagdelen komen kennismaken.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
Om de ontwikkelingen en de leervorderingen van uw kind te volgen, wordt, naast de beoordeling van het dagelijks werk, gebruik gemaakt van een observatiesysteem. In de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd aan de hand van Leerlijnen Jonge Kind. De verzamelde gegevens geven een beeld van de ontwikkeling van uw kind en geven de leerkracht zicht op de aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling. De sociaal-emotionele ontwikkeling voor de kinderen van de groepen 1 tot en met 8 wordt jaarlijks gevolgd door middel van het pedagogisch leerlingvolgsysteem: ZIEN
Daarnaast is er voor de groepen 1 tot en met 8 een leerlingvolgsysteem waarbij elke leerling enkele malen per jaar objectieve en niet-methodegebonden toetsen maakt om de vorderingen voor lezen, taal en rekenen vast te leggen. Deze informatie geeft aanwijzingen op welke onderdelen speciale aandacht gegeven moet worden. Het school evaluatie instrument van ons LOVS. helpt ons als schoolteam zicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs en deze zo mogelijk te verbeteren.
Van elk kind worden gegevens bewaard in een leerlingendossier. Hierin worden die zaken opgenomen die in de verdere schoolloopbaan voor de leerlingen van belang kunnen zijn. Dit betreffen gegevens van toetsuitslagen, rapportcijfers, gezinsomstandigheden, verslagje contactavonden, medische gegevens, etc.
De intern begeleider heeft enkele malen per jaar een bespreking met de leerkrachten over de vorderingen van het kind n.a.v. de M- en E-toetsen van Cito. Deze besprekingen zijn vooral gericht op extra zorg die nodig is voor een kind.
Daarnaast worden op de onder- en bovenbouwvergaderingen de leerlingen besproken. Naast de voortgang t.a.v. het leren komt hier ook het welbevinden van de leerlingen aan de orde.
De ouders krijgen vanaf groep 1 een rapport over hun kind. De rapporten worden in groep 1 en 2 twee keer per jaar gegeven en in de overige groepen drie keer per jaar. Drie keer per jaar (rond het rapport) worden er contactavonden gehouden. Voor elke ouder wordt tien minuten spreektijd gereserveerd. Hierover krijgt u nader bericht. Ook worden er op drie momenten per jaar contactmomenten belegd, als ouder heeft u dan de gelegenheid om uw vragen met de leerkracht van uw kind te bespreken.
Mochten er speciale problemen zijn, dan neemt de leerkracht contact met u op en worden er nadere afspraken gemaakt over de contacten tussen school en ouders. U mag zelf ook contact opnemen met de leerkracht.
Vanwege toenemende werkdruk van de leerkrachten in de onderbouw hebben de directies van de scholen besloten dat men niet meer verplicht is alle ouders te bezoeken. Als men wel bezoeken wil afleggen of ‘nieuwe’ gezinnen wil bezoeken, wordt er een afspraak gemaakt De leerkrachten van de midden- en bovenbouw kunnen u bezoeken indien dat gewenst of noodzakelijk is.
Iedere ouder heeft in principe recht op alle informatie over zijn of haar kind. Dus ook de ouders die gescheiden zijn en die allebei het gezag hebben over de leerling, hebben recht op alle informatie over hun kind. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. (artikel 1:377C van het burgerlijk wetboek), maar de ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Nadere informatie hierover vindt u in het protocol dat de directeur u kan overhandigen.
Passend onderwijs
Scholen hebben de wettelijke taak om aan leerlingen passend onderwijs te geven of voor leerlingen een passende onderwijsplek te vinden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk, dat scholen samenwerken in een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Hierbij zijn alle reformatorische basisscholen en speciale (basis)scholen aangesloten. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Noordoost.
Zorgplicht
Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school verplicht is om te zorgen voor een passende onderwijsplek voor iedere aangemelde of ingeschreven leerling. De school onderzoekt samen met de ouders welke ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en hoe de school hieraan tegemoet kan komen. Als op grond van objectieve argumenten blijkt dat dit niet mogelijk is, dan heeft de school de opdracht om samen met de ouders een passende plaats op een andere school te zoeken.
Schoolondersteuningsprofiel
Onze school heeft dus een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van kinderen. De school heeft een schoolondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school inzien.
Aan onze ambitie zijn grenzen verbonden. We willen namelijk passend onderwijs bieden passend bij de mogelijkheden van leerkrachten en leerlingen. Voor onze school gelden de volgende grenzen:
- Er wordt geconstateerd dat de ontwikkeling van de betreffende leerling over een langere tijd stilstaat;
- Er wordt geconstateerd dat de veiligheid en welbevinden van de betreffende leerling, de medeleerlingen en/of de leerkracht ernstig onder druk staat;
- Er wordt geconstateerd dat de leerkracht onevenredig veel aandacht voor een leerling moet hebben dat het ten koste gaat van de hele groep;
- Er geen medewerking van ouders wordt ervaren;
- De benodigde voorzieningen en/of expertise ontbreken en niet snel en gemakkelijk te realiseren of ontwikkelen zijn;
- De leerling niet zindelijk is;
- De leerkracht geacht wordt medische handelingen te verrichten.
De aangegeven grenzen zijn richtinggevend voor het vormgeven van passend onderwijs en worden per situatie gewogen. Bij afwegingen hieromtrent wordt er altijd overleg gepleegd met ouders en intern betrokkenen.
De extra zorg binnen de groep
Wanneer een leerling een beperkte extra zorgbehoefte heeft, richt de leerkracht het onderwijs voor deze leerling anders in. Dit gebeurt na overleg met de Intern Begeleider en het vastleggen van de aanpassing in een hulpplan. Het hulpplan bevat de volgende componenten: de probleembeschrijving, de periode van de hulp, het doel van de hulp, de werkwijze, de uitvoerende persoon, de organisatie en het moment van evaluatie. Hulpplannen worden in het leerlingenarchief bewaard. De Intern Begeleider kan de schoolbegeleider of de orthopedagoog consulteren over gerichte handelingssuggesties.
De speciale zorg binnen of buiten de groep
Wanneer blijkt dat een leerling een grotere zorgbehoefte heeft, kan besloten worden tot speciale zorg binnen of buiten de groep. De hulp wordt gegeven door de remedial teacher of de onderwijsassistente. De hulp wordt in eerste instantie zoveel mogelijk binnen de groep gegeven. Extra instructie wordt door de remedial teacher/onderwijsassistent gegeven. Indien het vooral om het aanbieden van veel oefening gaat, voert veelal de onderwijsassistente de speciale zorg uit.
De speciale zorg staat onder coördinatie van de Intern Begeleider. Dit dient planmatig te verlopen, wordt zo mogelijk aan meerdere leerlingen tegelijkertijd gegeven en draagt een tijdelijk karakter. De speciale zorg wordt in een hulpplan vastgelegd.
Zorgadviesteam (ZAT) / bovenschoolse hulp
Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, zal advies gevraagd worden aan collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider.
Onze school heeft een zorgadviesteam. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toegeeft, zal de leerling in dit team besproken worden. In het zorgadviesteam zitten de intern begeleider, een externe orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst, van de GGD en van het Maatschappelijk werk Stichting Schuilplaats. In het zorgadviesteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Hierbij werkt de school intensief samen met het Centrum Jeugd en Gezin.
De school kan ook een leerling aan melden bij het zorgloket van het samenwerkings-verband waarin de school participeert. Het Zorgloket kan diverse vormen van hulp inzetten:
- een consultatie door de schoolbegeleider of de orthopedagoog;
- inzet van de middelen van de commissie van onderzoek (schoolarts of maatschappelijk werker);
- nader onderzoek door een orthopedagoog/psycholoog;
- verwijzing naar een andere instelling (Eleos, Riagg, maatschappelijk werk).
De bovengenoemde vormen van hulp kunnen leiden tot het opstellen van een ontwikkelingsperspectief (OP). Een OP wordt vastgesteld in overleg tussen de ouders, de Intern Begeleider en een extern deskundige (meestal een medewerker van Driestar-Educatief). Het zorgloket beslist over de toewijzing van de ambulante begeleiding.
Indien de hierboven genoemde vormen van hulp niet tot het gewenste resultaat leiden, zal het zorgloket tot het besluit komen de ouders te adviseren de leerling aan te melden bij een basisschool voor speciaal onderwijs. De beide reformatorische scholen voor speciaal basisonderwijs van ons samenwerkingsverband staan in Zwolle, te weten de Eliëzerschool en de Obadjaschool.
Wanneer u als ouder meent dat er voor uw kind dergelijke bovenschoolse hulp nodig is, of indien u nadrukkelijk wenst dat uw kind naar een school voor speciaal basisonderwijs gaat, terwijl de basisschool die mening niet deelt, kunt u zich ook zelfstandig tot dit zorgloket wenden. Uiteraard kan dit pas nadat u voldoende geprobeerd heeft met onze school tot overeenstemming te komen over de te volgen koers voor uw kind. U dient zich te wenden tot het secretariaat van het zorgloket. U kunt hier ook een folder aanvragen betreffende de werkwijze van dit zorgloket.
Het loket van Berséba regio NoordOost
Het loket staat open voor vragen rond de ondersteuning aan leerlingen. De school kan advies vragen in allerlei situaties die met de ondersteuning voor leerlingen te maken hebben. Ouders mogen ook zelf contact opnemen met het Loket, als zij advies of informatie willen.
School en ouders kunnen samen een aanvraag doen voor een extra ondersteuningsarrangement om kinderen met specifieke ondersteuningsvragen (bijv. rondom zeer moeilijk leren, een lichamelijk handicap of langdurig ziekte, gedragsproblemen, hoogbegaafdheid) op de basisschool extra begeleiding te geven.
Soms komt het zorgadviesteam tot de conclusie, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale (basis)school te gaan. In dat geval vraagt de school samen met de ouders bij het Loket van Berséba regio Noordoost een toelaatbaarheidsverklaring voor zo’n school aan. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, dan kan de leerling aangemeld worden bij een speciale (basis)school. Zie voor contactgegevens van het Loket elders in deze schoolgids. Op de website www.berseba.nl kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berséba en de regio Noordoost https://www.berseba.nl/regios/noordoost/ .
Ouderbetrokkenheid
Onze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vinden we het van belang dat ouders direct betrokken worden bij gesprekken als hun kind individueel besproken wordt. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen vinden we het belangrijk om met de ouders daarover in alle openheid en vertrouwelijkheid te spreken. We beseffen hoe moeilijk dit soms kan zijn, maar in het belang uw kind is dit wel nodig.
Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind beter op zijn plaats is in een school voor speciaal (basis)onderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind, onze leerling te zoeken. Bent u van mening u dat u bij ons als school onvoldoende gehoor vindt, dan kunt u zich ook zelf tot het Loket wenden. Graag wordt de school hiervan door u op de hoogte gesteld.
Onderzoeken
Zoals al gezegd is, is het uitgangspunt bij passend onderwijs niet wat het kind heeft, maar wat het kind nodig heeft. Dit betekent dat onderzoek naar ‘wat een kind heeft’ niet altijd noodzakelijk is om tot een goed aanbod voor een leerling te komen.
Toch kan er altijd een moment aanbreken, dat een onderzoek wel nodig is. Ons uitgangspunt is dat we hierin graag samen met de ouders optrekken. Het formuleren van een gezamenlijke onderzoeksvraag is belangrijk om ook samen het gesprek over de leerling verder te voeren. We hechten er waarde aan, dat in een verslag van een onderzoek niet wordt geconcludeerd welke vorm van onderwijs de leerling nodig heeft, maar vooral welke begeleiding hij/zij nodig heeft. Dat is de kern van passend onderwijs. Als school zullen we dan in alle openheid met u bespreken, wat de mogelijkheden voor ondersteuning bij ons op school zijn.
Hoewel we ouders niet het recht willen en mogen ontzeggen om zelf stappen te nemen voor een onderzoek, heeft dit niet onze voorkeur. U kunt uw redenen hebben om dit wel te doen. We stellen het op prijs dat u dit dan aan ons doorgeeft met de redenen waarom u deze stap neemt.
Leerlingen in achterstandsituaties
Onze school heeft te maken met een bovengemiddelde SE-factor (gewichtenregeling). Via het Gemeentelijk Onderwijs Kansenplan wordt specifieke aandacht besteed aan de taalontwikkeling middels het project ‘Bas in de buurt’. Hiermee beogen wij de passieve en actieve beheersing van de woordenschat van de Nederlandse taal op jonge leeftijd te vergroten. Dit doel wordt tevens nagestreefd door het zgn. “Verteltassen” project, dat we hebben voor de leerlingen van groep 1 en 2. Door de hele school heen wordt expliciet aandacht besteed aan prentenboeken en informatieve boeken t.b.v. de woordenschatuitbreiding.
Nederlands als tweede taal
De school heeft in een enkel geval te maken (gehad) met leerlingen die Nederlands als tweede taal moeten leren. Indien zich een situatie voordoet waarin Nederlands als tweede taal aangeleerd moet worden, stellen wij ons in verbinding met onze schoolbegeleidingsdienst om een adequaat lesprogramma op te stellen.
De visie van onze school op de integratie van kinderen met een handicap
Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid en in het kader van passend onderwijs, in principe alle kinderen welkom die behoren tot het voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken of verwacht mag worden dat het team dit kind kan begeleiden zonder dat het kind of de andere kinderen daardoor te kort komen. Plaatsing van kinderen, die specifieke zorg en aandacht nodig hebben, hangt af van de mogelijkheden die er op school zijn.
Leerlingen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerling begeleiding. Dit houdt in, dat wij accepteren dat leerlingen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen tussen leerlingen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen waarbij verschillen in differentiecapaciteiten van leraren ook een rol spelen. Voordat tot plaatsing wordt besloten, wordt er een gesprek gehouden met alle betrokken instanties.
Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet namelijk duidelijk zijn dat:
- de leerkracht waarbij het kind wordt geplaatst extra tijd beschikbaar krijgt voor zaken als bijscholing en extra contacten met ouders, ambulant begeleider en andere instanties;
- de extra formatie die wordt ontvangen voor dit kind goed benut kan worden;
- de ouders en de leraar elkaar van goede informatie zullen voorzien;
- de ouders gevraagd zal worden om bij te springen indien nodig;
- de Intern Begeleider regelmatig bij het overleg over de leerling betrokken kan zijn.
Steeds opnieuw zal bekeken worden of er voor dit kind nog voldoende mogelijkheden op school zijn. Het kind moet namelijk nog een ontwikkeling doormaken en zich veilig voelen binnen de school. Is dit niet meer of onvoldoende het geval, dan zal verwijzing naar een regionaal expertisecentrum of een school voor speciaal onderwijs overwogen worden.
Meer- en hoogbegaafdheid
Niet alleen de leerlingen die de leerstof moeilijk vinden verdienen extra hulp, ook leerlingen die meer- of hoogbegaafd zijn. Vaak zijn deze leerlingen erbij gebaat om een goede studiehouding te ontwikkelen. Dit willen we bereiken door hier zowel binnen- als buiten de klas aandacht aan te besteden. Indien zich het geval voordoet dat een hoogbegaafd kind onze school bezoekt, wordt een traject uitgezet waarin zoveel mogelijk aan de sociaal-emotionele en aan de cognitieve behoeften van de leerling tegemoet gekomen wordt.
4.5 De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs - doorstroomtoets
In de periode voor de kerstvakantie krijgen de leerlingen hun voorlopige advies voor de middelbare school mee, zodat u hier als ouders alvast over na kunt denken. Uiterlijk 31 januari wordt, na interne bespreking, het advies meegegeven, zodat in februari de adviesgesprekken met de ouders zullen plaatsvinden. Na de doorstroomtoets wordt in maart het definitieve advies vastgesteld. Hiermee kunt u uw kind aanmelden op een middelbare school.
Het advies komt tot stand op basis van de schoolresultaten, maar ook interesse, inzet, werkhouding, concentratie, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en dergelijke spelen een heel belangrijke rol.
Vanaf het schooljaar 2023-2024 past de Jeugdgezondheidszorg van GGD IJsselland de gezondheidsonderzoeken in de basisschoolleeftijd aan. Het onderzoek voor 10/11-jarigen wordt verschoven naar 9 jaar. Het onderzoek voor 5/6-jarigen gaat plaatsvinden op 5,5 jarige leeftijd en wordt uitgebreid met een nieuw motoriekonderzoek.
Verschuiving gezondheidsonderzoek 10/11-jarigen naar 9 jaar
De GGD wil graag de kinderen in de basisschoolleeftijd eerder zien om preventief te kunnen signaleren op de ontwikkeling van kinderen. Daarom gaan ze het 10/11-jarigen onderzoek verplaatsen naar de leeftijd van 9 jaar. Vanaf het schooljaar 2023 ontvangen 9-jarigen een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek bij de doktersassistente op school. Als een ouder/verzorger hierbij aanwezig wil zijn, wordt hiervoor een aparte afspraak gemaakt op het consultatiebureau.
Verschuiving gezondheidsonderzoek 5/6-jarigen
Het 5/6-jarigen onderzoek gaat op 5,5-jarige leeftijd plaatsvinden op het consultatiebureau bij de doktersassistente of jeugdarts en doktersassistente samen. Hierbij wordt gekeken naar de ontwikkeling en de sociale, pedagogische en fysieke omgeving waarin het kind opgroeit. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar lengte, gewicht, ogen en oren. Vanaf het schooljaar 2023 wordt een nieuw onderzoek naar de motorische ontwikkeling (Baecke-Fassaert Motoriek Test) hieraan toegevoegd.
Tussendoor een vraag?
Als ouder weet u het beste hoe het met uw kind gaat. Maar twijfelt u ergens aan? Bel of mail naar de jeugdgezondheidszorg van GGD IJsselland. Of loop eens zonder afspraak binnen tijdens het inloopspreekuur! De tijden staan op de website van GGD IJsselland.
Telefoon 088 443 07 02 (op werkdagen)
E-mail: jeugdgezondheidszorg@ggdijsselland.nl
Website: www.ggdijsselland.nl
Bij problemen kunt u altijd vragen om een gesprek of een extra onderzoek.
Ook kan de jeugdverpleegkundige een bezoek aan huis brengen om met u dieper in te gaan op bepaalde onderwerpen.
Daarnaast hebben de jeugdverpleegkundige en de Intern Begeleider op school contact over leerlingen waar extra zorg nodig is.
De Jeugdgezondheidszorg werkt veel samen met de huisarts, schoolbegeleidingsdiensten, thuiszorginstellingen, Eleos, stichting Schuilplaats, de RIAGG en het bureau Jeugdzorg Overijssel. Eventueel wordt u naar één van deze instanties doorverwezen.
Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de “Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling” zoals deze op school wordt gebruikt. Het personeel heeft op dit onderwerp scholing gevolgd.
Onze school is aangesloten bij Driestar-Educatief. De schoolbegeleidingsdienst kan worden ingeroepen bij leerlingen-onderzoek, leerlingen¬bespreking en leerlingbegeleiding. Vooraf echter wordt in alle gevallen overleg gepleegd met de ouders. Daarnaast kan Driestar-Educatief ingeschakeld worden bij de begeleiding van allerlei onderwijs¬ondersteunende werkzaamheden. Onze schoolbegeleider is dhr. A. de Waard en onze orthopedagoge is mw. C. E. Vernooij-Van Putten MSc.
Op 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Ook onze school is gehouden om deze verordening uit te voeren.
Het zal duidelijk zijn dat we de persoonsgegevens van leerlingen alleen gebruiken in het kader van het onderwijs. Verder wordt het gebruikt omdat het hoort bij de (wettelijke) taak van school en omdat we afspraken met andere partijen moeten uitvoeren, of omdat het noodzakelijk is voor het algemeen belang. De school omschrijft haar privacybeleid in een beleidsplan dat in samenwerking met de juridische dienst van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs wordt vormgegeven.
Functionaris Gegevensbescherming (FG)
Functionaris gegevensbescherming (FG) is een nieuwe taak op de Scholen met de Bijbel in Staphorst. De FG is een toezichthouder op de verwerking van de persoonsgegevens door de school. Het gaat dan niet alleen over de persoonsgegevens van de huidige leerlingen en werknemers, maar ook de persoonsgegevens uit het archief en de bewaartermijnen zijn een aandachtspunt van de functionaris gegevensbescherming. De FG adviseert het bevoegd gezag inzake de toepassing van de wet bescherming persoonsgegevens. De FG brengt jaarlijks verslag uit aan de school van zijn werkzaamheden en bevindingen. De FG heeft een geheimhoudingsplicht en is zelf ook weer verantwoording schuldig aan de autoriteit persoonsgegevens. De scholen laten de FG taak uitvoeren door Arboneel, een bedrijf dat gespecialiseerd is in veiligheid, gezondheid en welzijn.
Onze logopediste verleent één dag per week hulp aan kinderen die problemen hebben met de taal - en spraakontwikkeling. Zij behandelt die kinderen die:
- een afwijkend mondgedrag hebben;
- een vertraagde spraak - taalontwikkeling hebben;
- stotteren;
- hees zijn.
Naar aanleiding van screening wordt bepaald welke kinderen hiervoor in aanmerking komen. Voor de behandeling begint, krijgt u hierover bericht en/of worden de ouders voor een kennismakingsbezoek uitgenodigd.
De leerlingen van groep 2 worden door de kinderfysiotherapeut gescreend. Er wordt gekeken naar de onderdelen grove motoriek, balvaardigheid, handvaardigheid en herken- en natekenvaardigheden. Bij de grove motoriek wordt gekeken naar evenwicht, hinkelen, springen en een combinatie van bepaalde bewegingen. Bij balvaardigheden ligt de nadruk op het gooien, richten en vangen. Het onderdeel handvaardigheid probeert de potloodhantering in beeld te brengen evenals de handvoorkeur, potlooddruk, het sturen van het potlood e.d. Herken- en natekenvaardigheden geven zicht op een stukje herkenning en wijze van natekenen van bepaalde figuren.
Sommige kinderen hebben problemen op sociaal-emotioneel gebied; Ze zijn bijvoorbeeld niet weerbaar genoeg, hebben last van faalangst of kunnen niet omgaan met kritiek. Onze scholen bieden hiervoor via Team Samenleving een SOVA-training aan. De intern begeleider kan u over de training informatie geven en de aanmelding verzorgen.
In groep 1 en 2 is er ook extra ondersteuning voor sociale vaardigheden van het jonge kind mogelijk. In kleine groepjes worden leerlingen begeleid volgens een gestructureerde aanpak om beter te leren omgaan met elkaar.
4.12 Weerbaarheidstraining
Team Samenleving biedt ook een weerbaarheidstraining aan. In deze training gaat het om het versterken van het zelfbeeld en het zelfvertrouwen. Zo is er bijv. aandacht voor je stemgebruik, je houding en lichaamstaal. In deze training is er een combinatie van verbale, mentale en fysieke oefeningen. De Intern Begeleider kan u over deze training extra informatie geven en de aanmelding verzorgen.
4.13 KIES-Training
Voor Kinderen In Echtscheidings Situaties (KIES) wordt er via Team Samenleving een training aangeboden. In deze training is veel ruimte voor gesprek en het delen van ervaringen met andere leerlingen, die zich in een soortgelijke situatie bevinden. De Intern Begeleider kan u over deze training informatie geven.
Binnen de school wordt gebruikt gemaakt van school Video Interactie Begeleiding (SVIB). SVIB is een manier om met behulp van video-opnames te werken aan de optimalisering van het opvoedkundig klimaat en het onderwijskundig proces binnen de school. Dat houdt in dat er in de verschillende groepen, maar ook in de speelsituaties op het plein, opnames zullen worden gemaakt die later gebruikt zullen worden in coachgesprekken. SVIB geeft de leerkrachten letterlijk zicht op het functioneren van en in de groep. De camera verheldert de situatie in de klas, omdat deze een objectieve weergave van de feiten mogelijk maakt. Vanuit de beelden komt men gemakkelijker tot eenduidig overleg.
Het Team Samenleving kan u advies en/of hulp geven als u vragen hebt over de opvoeding, gezondheid of ontwikkeling van uw kind. Dit kan in de vorm van mondelinge adviezen, cursussen en hulp. Ook kinderen en jongeren kunnen er terecht als ze vragen hebben. Het Team Samenleving bestaat uit de volgende ketenpartners: Carinova (wijkverpleegkundigen), jeugdverpleegkundige van de GGD en de maatschappelijke werkers in dienst van Carinova en Stichting Schuilplaats.
Het Team Samenleving is er voor ouders, verzorgers, aanstaande ouders, kinderen en professionals.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met het Team Samenleving, maar u kunt zich ook melden via de intern begeleider van de school. Iedere school heeft namelijk een loketfunctie voor het Team Samenleving. De IB-er van de school zorgt dan voor verder contact met het Team Samenleving.
Schoolreis
Voor de groepen 6 t/m 8 wordt er jaarlijks een schoolreis georganiseerd. Nadere gegevens over reisdoel, kosten, enz. worden tijdig bekend gemaakt. De kosten zitten in de ouderbijdrage.
Met de leerlingen van groep 8 van onze 5 basisscholen gaan we op de derde dinsdag in september een educatief bezoek brengen aan Den Haag.
Er worden voor elke groep 1 of meer excursies georganiseerd binnen het kader van een project of vakgebied. Jaarlijks nemen alle groepen deel aan het menu van Kunst en Cultuur in Overijssel met veelal bezoeken aan een eendenkooi, Veldschuur etc.