- Ik weet wel hoe het hoort, ik zeg geen vloek of lelijk woord.
- Volwassenen spreken we met u en twee woorden aan, dat vinden we netjes staan.
- Dit weten we allang: we lopen op de gang.
- Met hetzelfde gemak, gooi je het in de afvalbak.
- Voor schooltijd en in de pauze zijn we op het plein en hoor je niet binnen te zijn.
- Met de bel in de rij, dat hoort erbij.
- Voor alle spullen zorgen wij goed, omdat je ze morgen weer gebruiken moet.
- Uitlachen en pesten vinden wij naar, daarom zijn wij aardig voor elkaar.
478